Biologische groenten door biologisch vlees
Biologisch vlees en biologische groenten: op het eerste gezicht twee heel verschillende voedselgroepen. Toch zijn ze meer met elkaar verweven dan dat je aanvankelijk zou denken. Biologische akkerbouw en biologische veehouderij zijn erop gericht om de balans in de natuur te herstellen en te behouden. En daarin versterken de twee ketens elkaar.
Een duurzame voedselkringloop begint met een gezonde bodem. Een vitale, rijke en veerkrachtige bodem zonder de hulp van kunstmatige toevoegingen; het is mogelijk. Biologische boeren omarmen een diversiteit aan insecten, vogels en planten. Want dat zorgt voor een natuurlijk evenwicht. Om de grond ook voor de lange termijn vruchtbaar te houden is gewasrotatie essentieel. Dit betekent dat verschillende gewassen elkaar op de akkers afwisselen. Bijvoorbeeld, na een periode van graanteelt volgt een periode met vlinderbloemigen, zoals klaver of bonen. Deze gewassen binden stikstof uit de lucht en geven dat terug aan de bodem. Zo bouwt de grond zichzelf op en wordt kunstmest overbodig.
Een gezonde bodem is een goede voedingsbodem voor gezonde gewassen. En een gezonde bodem zit vol bodemleven, zoals wormen en kevertjes. Dit trekt weer vogels aan. De juiste combinatie van gewassen trekt natuurlijke vijanden van mogelijke plagen aan bij een bepaald gewas. Zoals bijvoorbeeld lieveheersbeestjes die bladluis te lijf gaan. Actief bodemleven zorgt bovendien voor een luchtige bodemstructuur. Het krioelt in de bodem en vogels pikken in de aarde op zoek naar lekkers. Regent het hard, dan werkt de bodem als een spons en voorkomt daarmee overstromingen. En in tijden van droogte zorgen micro-organismen voor voldoende voedingsstoffen. Een biologisch systeem is dus beter bestand tegen extreme weersomstandigheden.
Wisselwerking tussen gewas en dier
In biologische landbouw is de wisselwerking tussen gewas en dier van groot belang. Biologische dieren, zoals koeien en kippen, leveren waardevolle mest die op de akkers wordt gebruikt als natuurlijke bemesting. Dit verrijkt de bodem, zonder dat er chemische meststoffen nodig zijn. Daarnaast profiteren de dieren van de reststromen uit de groenteteelt. Loof, bladeren en schillen, die anders zouden worden weggegooid, vormen een voedzame aanvulling op het dieet van biologische dieren.
Biologische veehouderij en biologische akkerbouw zijn dus geen geïsoleerde ketens; ze zijn nauw met elkaar verbonden in een kringloop. Deze wisselwerking tussen gewassen en dieren, maakt het mogelijk om een duurzame voedselproductie te realiseren. Het is deze kringloop die de essentie vormt van de biologische landbouw: een gesloten systeem waarin elke stap bijdraagt aan een gezonde, evenwichtige planeet.