Haaskarbonade met aardappels en spruitjes

Schil de aardappels, snijd grof en spoel ze goed af. Zet op met gezouten water en kook in ongeveer 20 minuten volledig gaar. Giet af en laat goed uitwasemen.

Maak, terwijl de aardappels koken, de spruitjes schoon en snijd doormidden of zelfs in vieren.

Bak in een koekenpan de spekreepjes uit en voeg er de spruitjes aan toe. Laat eventjes meebakken en blus dan af met een scheutje water, zodat de spruitjes gaar kunnen stoven. Laat het vocht volledig verdampen door het vuur hoger te zetten.

Voeg de karnemelk en een klontje boter toe aan de warme aardappels en stamp tot een mooie puree.

Voeg er de spruitjes met de spekjes aan toe, meng goed door en breng op smaak met een lepeltje mosterd, peper en zout. Houd warm onder een deksel.

Smeer de karbonades rondom in met gladde mosterd en kruid met zout en peper.

Verwarm in een koekenpan een klont roomboter en bak er de karbonades mooi bruin in.

Ris de tijm, voeg toe en draai het vlees nog eenmaal om.

Voeg een glas water toe, breng tegen de kook en dek af met een deksel. Laat 8 minuutjes stoven. Neem de deksel weg en kook het vocht in tot een mooie, krachtige jus is ontstaan.

Serveer de karbonades met de stamppot en schenk er de jus overheen.