Jan Lagerweij
‘Een investering’. Zo noemt boer Jan Lagerweij de omschakeling naar biologisch. In 2019 stapte hij met zijn varkens over naar de biologische sector. “Een grote stap, maar het bevalt heel goed. We kunnen nu met een kleiner aantal varkens onze boterham verdienen.”
“Als boer wil je zo goed mogelijk voor je dieren zorgen”, legt Jan uit. “Daar draagt het biologische gedachtegoed aan bij.” Tot 2019 was de boerderij van Jan nog volledig regulier. Maar Jan wilde graag meer voor zijn varkens. “Ik ben zelf geen voorstander van grootschalig boeren. Het houden van kleine aantallen dieren spreekt mij meer aan.” Jan ging dus op zoek naar een beter leven voor zijn varkens, en naar een eerlijke prijs voor hem als varkenshouder. “Het moet natuurlijk wel rendabel blijven.” Via zijn voervertegenwoordiger kwam hij bij De Groene Weg terecht. “Om een goed beeld te krijgen van de biologische sector hebben we verschillende boerderijen bezocht. Ik vond het belangrijk om met het hele gezin te gaan, zodat al onze neuzen dezelfde kant op stonden.”
“Sinds de omschakeling zijn we veel meer met de dieren bezig”, vertelt Jan. “Tuurlijk, dat kost meer tijd. Ik werkte eerst nog 32 uur als vrachtwagenchauffeur, inmiddels ben ik volledig op de boerderij aan het werk. We houden nu 120 biologische fokzeugen, 20 stuks rundvee en 25 fokschapen. Nee, dat is geen 9-tot-5-baan.” Voordat Jan ‘s avonds naar bed gaat, maakt hij altijd nog een ronde door de stal. “Ligt alles er netjes bij? Gaat het goed met de dieren? We houden het gedurende de dag constant in de gaten. Het maakt me een trotse boer om te zien dat het erf opgeruimd is en de dieren zich lekker voelen.”
De varkens van Jan kunnen het hele jaar door naar buiten. “Toen mijn opa in de jaren ’30 van de vorige eeuw deze boerderij runde had hij ook al een paar zeugen en die liepen toen ook al buiten.” Van april tot oktober grazen de varkens in de wei. “Heerlijk vinden ze dat, al heeft elk dier zijn eigen voorkeur en is de een meer buiten dan de ander.” Vanaf oktober moet het gras herstellen zodat de varkens ook het volgende voorjaar weer genoeg gras tot hun beschikking hebben. “’s Winters lopen ze in de zogenoemde ‘vrije uitloop’ buiten. Een plek om lekker te scharrelen. In de wei zouden ze in de winter met hun snuiten alles kapot wroeten, dat zou zonde zijn.” Ook in de stal hebben de dieren veel ruimte en liggen ze op biologisch stro. “Zo kunnen ze er als biologische varkens ook nog eens aan knabbelen als ze willen.” Als extraatje hebben de varkens ook een modderpoel. Geen verplichting voor het houden van biologische varkens, maar wel voor de varkens van De Groene Weg. “Daar liggen ze ook in het voorjaar, als het nog niet zo warm is, al lekker in. De dieren kunnen helemaal hun eigen gang gaan. Dat vind ik een prettige gedachte.”