Gert-Jan Stoeten
Vlees-veehouder Gert-Jan Stoeten en melkveehouder Erik van der Velde zijn de eerste boeren waarmee De Groene Weg naast biologisch varkens- en schapenvlees uit Nederland een keten voor biologisch rundvlees uit eigen land opzet. Daarmee worden behoeften vervuld die bij veel biologische melkveehouders en consumenten bestaat: kalveren die langer bij hun moeder lopen en biologisch mogen opgroeien.
Nederlandse biologische rundvleesketen
Melkveehouder Erik van der Velde: ‘Eigenlijk altijd wanneer wij groepen op bezoek krijgen, wordt ons de vraag gesteld wat er met de kalveren gebeurt die niet op het bedrijf kunnen blijven. Het feit dat deze kalveren niet biologisch opgroeien, is echt een los eindje voor ons. Je wilt gewoon dat het verhaal klopt en de keten voor (stier)kalveren ook biologisch kan. Op het moment dat ik las over het initiatief van De Groene Weg om een Nederlandse biologische rundvleesketen op te zetten, zag ik kansen om hier een grote stap in te kunnen zetten.”
Biologische stierkalveren blijven bij hun moeder
“Het is toch van de zotte dat biologisch geboren kalfjes de normale keten ingaan?”, bedacht Erik zich. “Biologische stierkalveren bij hun moeder houden, betekent echter ook dat ze zo’n 30 procent van de biologische melkopbrengst opdrinken. Ze laten opgroeien bij een biologische vlees-veehouder zou dus een ware uitkomst zijn. Gert-Jan kende ik al langer en zijn eerste reactie, toen ik contact legde met dit idee, was meteen positief.”
De biologische wetgeving schrijft voor dat biologische runderen naar buiten moeten zo gauw de omstandigheden dit toelaten. Het aantal dieren dat je kunt houden is daardoor gebonden aan de hoeveelheid grond die je beheert. De grond in Nederland is schaars en duur en daarom is het houden van biologisch vleesvee, naast biologische melkvee, voor veel boeren niet haalbaar.
Gert-Jan houdt zijn Groninger Blaarkoppen en Herefords op Groninger natuurland. “Hier hebben ze alle ruimte en heeft het vee een belangrijke rol in het beheer van dit natuurland. Het jongvee van Erik kan daar prima in mee. Mijn eigen kalveren lopen 7 tot 8 maanden bij hun moeder. Ik koop al jaren geen krachtvoer meer in en mijn eigen koeien groeien dus op in een 100% gesloten kringloop. In de winter voer ik alleen wat krachtvoer (grasbrokken) bij dat ik zelf laat maken.”
“De ketenaanpak van DGW sprak mij enorm aan”
“Deze samenwerking voelt voor mij echt als een avontuur”, deelt Gert-Jan. “De ketenaanpak van De Groene Weg sprak mij enorm aan, en daar begint het mee. Vanaf de start is het een ontdekkingsreis voor ons drieën, die we samen aangaan. Je moet zo’n samenwerking ook niet als een eendagsvlieg aangaan. Met dit avontuur lever ik daar – in het bijzonder voor het rundvlees – graag mijn steentje aan bij.”
Mooie eerste stappen
Erik leverde in 2022 voor het eerst 15 stierkalveren aan Gert-Jan. In 2023 komen daar nog eens 25 stierkalveren bij. “Helaas heeft Gert-Jan nog geen ruimte voor alle 100 kalveren die ik per jaar gemiddeld krijg. Maar dit is een mooie eerste stap en het is ook goed om het stap voor stap te doen”, legt Erik uit. De twee boeren hebben na de eerste stap meteen al veel geleerd. Gert-Jan: “De kalveren van Erik hebben, anders dan mijn eigen jongvee, de eerste 3 maanden de melk niet rechtstreeks bij hun moeder gedronken. Het was dus even spannend hoe dat ging, maar het heeft goed uitgepakt.
In het Noorden zijn best veel biologische collega’s. Erik en Gert-Jan hopen met deze stap meer bio-boeren uit de regio eenzelfde stap te laten nemen. Niet alleen biologische melkveehouders, maar vooral ook vleesveehouders. ‘De Groene Weg heeft al aangegeven dat zij, net als in de varkensketen, ook een leveranciersvereniging voor rundveehouders willen opzetten. Deze coöperatieve werkwijze spreekt ons erg aan, want hierdoor kun je als boer ook echt meepraten en sta je er niet alleen voor.’