NL
en
Menu

Familie Van Wijk

Boerenportret familie van Wijk
Biologische varkenshouderij in Oud-Alblas

In de polders van Oud-Alblas runnen Ton en Gerda van Wijk hun boerenbedrijf met 160 melkkoeien en 145 fokzeugen. Het is een gezellig familiebedrijf waarin alle vijf kinderen met plezier meehelpen. In 2021 hebben ze de varkenstak omgeschakeld naar biologisch. Sindsdien lopen de zeugen vrij rond in een stal met stro en weiland met modderpoel.

De familiegeschiedenis op dit boerenbedrijf begint al in 1964. “Toen heeft mijn opa deze boerderij voor mijn vader gekocht,” vertelt Ton van Wijk. “Op een andere locatie in Zuid-Holland had mijn opa een gemengd bedrijf met akkerbouw en koeien. Hier kon mijn vader voor zichzelf beginnen als melkveehouder. Na een jaar kocht hij er één zeug bij. Mijn moeder vond dat varken heel leuk en van lieverlee groeide haar passie uit tot een bedrijfstak van meerdere fokzeugen. Van kinds af aan hielp ik mijn ouders. Na de landbouwschool ben ik bij mijn ouders in het bedrijf gestapt.” Tot op de dag van vandaag doet Ton niets liever dan de hele dag tussen de dieren werken.

De boerderij runnen Ton en Gerda samen en ook alle vijf kinderen steken graag hun handen uit de mouwen. “Regelmatig zijn we met z’n vieren of vijven bezig,” vertelt Ton. “Iedereen die thuis is – en geen huiswerk, sport of andere afspraken heeft –  helpt mee. Toen de kinderen jong waren, ging dat spelenderwijs. Nu hebben ze er gewoon plezier in om mee te werken.”

Boerenportret familie van Wijk
‘Iedereen die thuis is – en geen huiswerk, sport of andere afspraken heeft – helpt mee.’

Het aantal fokzeugen van de familie Van Wijk was voor een gangbaar bedrijf aan de lage kant. “We wilden ze niet als neventak,” aldus Ton, “dus we maakten plannen om op te schalen naar vierhonderd zeugen. Een vertegenwoordiger opperde: is biologisch niks voor jullie? We zijn toen bij een paar biologische varkenshouders gaan kijken. Met minder dieren konden zij meer geld verdienen. Dat is toch hartstikke mooi?” In 2021 heeft de familie Van Wijk de overstap naar biologisch gemaakt. “Ik ben heel blij dat we deze keuze hebben gemaakt,” zegt Ton. “Het is echt heel anders nu. De varkens leven meer volgens de natuur en zijn een stuk relaxter en gezonder.”

De varkens hebben nu drie keer zoveel ruimte en lopen allemaal los, ook als ze biggen hebben. De moeders met biggen hebben een privé-stal met een buitenuitloop. De dragende zeugen leven in een groep en hebben toegang tot een weiland met modderpoel. “Ze nemen een duik en gaan dan in de stal een dutje doen. Alle zeugen die binnen liggen zijn zwart van de modder,” vertelt Ton. Het werken met stro was wel even wennen: “In het begin gebruikten we veel te weinig. De stalvloer moet helemaal bedekt zijn maar ze duwen het opzij, eten het op en spelen ermee. In de winter graven ze zich helemaal in en zie je de zeugen nog maar net liggen.”

Als biologische boer is Ton anders gaan denken. Vroeger was hij trots als een zeug veel biggen had. Nu, met loslopende moeders en veel frisse lucht, heb ik liever wat minder biggen die bij hun geboorte al wat groter en sterker zijn.” Ook naar het weiland is Ton met andere ogen gaan kijken: “We hebben bomen aangeplant voor schaduw. Daarmee willen we het voor de zeugen aantrekkelijk maken om op warme zomerdagen lekker naar buiten te gaan.” Dat de varkens zichtbaar zijn voor buren en voorbijgangers geeft een nieuwe dynamiek: “We krijgen complimenten en leuke reacties. Net als wijzelf worden mensen vrolijk van varkens in een weiland en modderpoel.”