NL
en
Menu

Erik Schuurman

Familie Schuurman
Biologische varkenshouderij in Lemelerveld

Erik Schuurman woont samen met zijn vrouw en twee kinderen op hun biologische boerderij in Lemelerveld. In 2018 is Erik overgeschakeld naar biologisch en houdt hij zeugen en vleesvarkens. Daarnaast heeft hij 25 hectare grond waar hij verschillende biologische gewassen verbouwd. Deels voor zijn eigen varkens, maar ook voor omliggende (biologische) boerderijen. Ook de mest wordt weer ingezet: een perfect voorbeeld van de natuurlijke kringloop.

In 1977 is Eriks vader begonnen als bedrijfsleider op de boerderij met conventioneel gehouden zeugen in Lemelerveld. Enkele jaren later heeft hij de kans gegrepen om het bedrijf volledig over te nemen. Voor Erik was het niet de vraag of hij in het boerenbedrijf zou meewerken, maar wanneer. De wens om het samen te doen zat er al vroeg in, maar ook de wens om het anders te doen en over te stappen naar biologisch. “De planning dat ik in het bedrijf zou gaan werken was er altijd al. Ik heb dat ook altijd gewild. Maar ik wilde wel een andere manier van varkens houden. Om te groeien moet je in de conventionele varkenshouderij meer dieren houden, maar dat betekent ook: werken met personeel. Het is een strak stramien, dat is bij biologisch minder. Het is maar net wat je ligt.”

Meer ruimte, meer vrijheid
Na een dik jaar verbouwen is in 2018 het biologische avontuur voor Erik en zijn vader van start gegaan. Niet veel later bleek Eriks vader ernstig ziek te zijn. “De verbouwing was net klaar. Hij is maar 63 jaar geworden. Je wil nog zoveel samen ondernemen en natuurlijk het bedrijf runnen. Een moeilijke tijd.” Erik is verdergegaan in de maatschap met zijn moeder en inmiddels is ook zijn vrouw Renate toegetreden. Ze houden 110 zeugen en 800 vleesvarkens op de boerderij. Hij ziet veel verschillen ten opzichte van conventioneel gehouden varkens. “Er is meer ruimte, meer vrijheid. Niet alleen voor de varkens, maar ook voor mij. Ik ben graag buiten en ik heb nu ook meer contact met de dieren.”

Familie Schuurman biologische varkenshouderij
“Mooi om te zien hoe het natuurlijke gedrag naar boven komt.”

Eind maart, wanneer het niet meer vriest, gaan de dragende zeugen de wei in. “Je ziet aan de varkens dat ze het fijn vinden op het land, ze gaan uit zichzelf naar buiten. Heel mooi om te zien hoe hun natuurlijke gedrag naar boven komt. Ze gaan gras eten en meteen de modderpoel in, terwijl ze dat eigenlijk niet kennen. Het zit er van nature toch in.” De vleesvarkens lopen ook buiten, maar de wei is exclusief toegewezen aan de zeugen. Er zijn veel bomen om het bedrijf om de varkens veel schaduw te bieden. Daar komen ook veel vogels op af; dit jaar zijn er totaal zo’n 20 soorten broedvogels geteld op en rond het erf.

Volledig zelfvoorzienend met eigen bio akkerbouw
Door over te stappen naar biologisch kon Erik zijn passie voor de akkerbouw combineren met de varkenshouderij. Hij heeft 25 hectare grond in eigendom. Daar verbouwt hij dit jaar gerst, tarwe, mais en gras-kruidenmengsel. Dit biedt veel kansen voor lokale samenwerkingen en andere duurzame initiatieven. “Het graan brengen we naar een regionale diervoeder, zij maken er biologisch veevoer van. De mais gaat naar een biologische veehouder hier in de buurt en een deel gebruik ik zelf. De varkens zijn echt dol op mais!”

Boeren zoals de natuur het bedoeld heeft
De graskruiden gebruikt hij voornamelijk voor zijn eigen varkens. Wat Erik verbouwt wisselt ieder jaar om monocultuur te voorkomen: “SKAL controleert dit ook en ik vind het mooi om te doen. Akkerbouw is wel een uitdaging, elk jaar is anders en ieder seizoen is anders. Geleidelijk aan krijg ik er steeds meer gevoel voor.” Graan vindt Erik het leukst om te verbouwen. Voor de biodiversiteit is het ook heel goed: “Je spot veel meer patrijzen en fazanten. Ook komen er veel insecten op af. Dat vind ik echt mooi!” Ook werkt Erik met bloemranden en heeft hij een flinke boomgaard met appel- en perenbomen. Van het fruit heeft Erik heerlijk, versgeperst sap laten maken: genoeg voor een maandenlange voorraad. Zelfs de mest krijgt een nieuw leven. “Als het kan werken we met vaste (stro)mest. Groot deel gaat op onze eigen grond. De rest gaat naar een biologische melkveehouder. Mijn ambitie is om de stalsystemen zo in te richten dat we meer stromest krijgen, die mest is namelijk beter voor het land en de grond. Daar komen ook meer weidevogels en insecten op af en zo is de kringloop weer rond.”